Vermogen

Wat wordt tot het vermogen gerekend? De belastingdienst heeft de volgende definitie van vermogen: “Het saldo van iemands bezittingen en zijn schulden.”. In elk geval wordt het gemiddelde van een kalenderjaar genomen.

Bezittingen behorende tot vermogen

De volgende bezittingen moet u aangeven in box 3 volgens de Belastingdienst:

  • uw bank-, giro- en spaartegoeden
  • uw bronheffing over spaartegoeden in het buitenland
  • uw aandelen, obligaties en dergelijke (niet als ze onder een aanmerkelijk belang vallen)
  • het niet-vrijgestelde deel van uw groene beleggingen
  • uw overige vorderingen en contant geld
  • uw tweede woning, bijvoorbeeld een vakantiewoning
  • uw overige onroerende zaken, bijvoorbeeld een woning die u verhuurde
  • het niet-vrijgestelde deel van uw kapitaalverzekeringen
  • uw rechten op periodieke uitkeringen, bijvoorbeeld een lijfrenteverzekering
  • uw overige bezittingen, zoals opgebouwd vermogen in een VVE en/of uw aandeel in een onverdeelde boedel
  • Vrijgesteld van vermogensrendementsheffing

Bezittingen buiten vermogen

De volgende bezittingen worden niet tot het vermogen gerekend;

  • Roerende zaken, zoals auto’s, boten en caravan’s (mits voor eigen gebruik!)
  • Kunstvoorwerpen
  • Eigen huis

De volgende bezittingen hoeft u volgens de Belastingdienst niet in box 3 aan te geven:

  • de eigen woning die uw hoofdverblijf was (alsmede door erfrecht verkregen vruchtgebruik van de woning die in 2009 uw hoofdverblijf was)
  • roerende zaken voor eigen gebruik of voor gebruik binnen het gezin, bijvoorbeeld uw eigen auto of de inboedel van uw woning
  • het gespaarde bedrag van uw levensloopregeling
  • uw ondernemingsvermogen
  • vermogen, zoals een pand, dat u ter beschikking stelde aan bepaalde personen die dit gebruikten in hun onderneming
  • aandelen en dergelijke die bij een aanmerkelijk belang behoorden
  • geblokkeerde spaartegoeden die onder een spaarloonregeling vielen van € 17.025 of minder
  • landgoederen in de zin van de Natuurschoonwet 1928, bossen en natuurterreinen
  • belastingvorderingen
  • voorwerpen van kunst en wetenschap, behalve als deze hoofdzakelijk als belegging dienden
  • vorderingen op basis van een erfenis

Vrijstelling

Er geldt een algemene vrijstelling per persoon die jaarlijks wordt vastgesteld (in de orde van € 30.000 per persoon). Het zogenaamde heffingsvrije vermogen. Als u een fiscale partner heeft, is dit het dubbele, derhalve in de orde van € 60.000. In het verleden kreeg u per kind een extra vrijstelling, maar dat is inmiddels vervallen. Verder is er een ouderentoeslag, en is spaarloon en de levensloopregeling vrijgesteld.

Mobiele versie afsluiten