vermogensrendementsheffing

Hoge Raad: vermogensbelasting onwettig

Op 24 december 2021 heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan dat de vermogensrendementsheffing, de spaartaks, in strijd is met de wet. De spaarbelasting is sinds enkele jaren (2017) gebaseerd op een fictief rendement. De Belastingdienst gaat daarbij uit van een bepaalde vermogensmix tussen sparen en beleggen, en een forfaitair rendement op beide vermogensdelen. Daarbij wordt geen rekening gehouden met de werkelijke keuze van belastingplichtigen of het daadwerkelijke rendement. Voor wie een lager vermogen heeft, wordt verondersteld dat 67% wordt gespaard en 33% wordt belegd. Voor hogere vermogens (tweede schijf) wordt vreemd genoeg op voorhand aangenomen dat er nog maar voor 21% wordt gespaard. Deze aannames zijn te grof en niet rechtvaardig, vindt de Hoge Raad. Het idee van de Rijksoverheid is; hoe hoger het vermogen, hoe meer er belegd wordt. Maar dit is helemaal niet juist, de meeste Nederlanders hebben veel minder dan de 33% of bij hogere vermogens 79% van hun vermogen belegd in aandelen, obligaties en andere beleggingsvormen. Eerder was de Hoge Raad ook al kritisch over de vermogensrendementsheffing, maar toen deed zij nog niet de uitspraak om de belasting ook terug te betalen.

Vermogensbelasting in strijd met de wet

De Hoge Raad heeft nu bepaald dat de Rijksoverheid spaarders op deze manier discrimineert. De overheid had geen gebruik mogen maken – althans in elk geval niet op deze wijze – van een fictieve vermogensmix en een fictief rendement bij de het bepalen van de vermogensrendementsheffing. De huidige vermogensrendementsheffing is volgens de Hoge Raad een schending van artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), zonder dat de schending van de ‘fair balance’ op het niveau van de individuele belastingplichtige wordt beoordeeld en tevens ook het discriminatieverbod van artikel 14 EVRM; “Voor degene die door dit forfaitaire stelsel wordt geconfronteerd met een heffing naar een voordeel uit sparen en beleggen dat hoger is dan het werkelijk behaalde rendement leidt dit tot een schending van zijn door artikel 1 EP, in samenhang met artikel 14 EVRM, gewaarborgde rechten.”

Vermogensrendementsheffing terug betalen

Dit is enorm goed nieuws voor alle spaarders en belastingbetalers die de afgelopen jaren dit nieuwe stelsel een doorn in het oog was. De Belastingdienst moet in elk geval minstens 60 duizend spaarders terugbetalen. Dit betreft de massabezwaarprocedure van ruim 60 duizend spaarders die vinden dat ze in 2017 en 2018 te veel vermogensrendementsheffing moesten betalen. Maar naar verwachting kunnen meer dan 1 miljoen belastingbetalers op basis van deze belasting hun teveel betaalde vermogensbelasting terugkrijgen. In principe kunnen álle grote spaarders op grond van dit arrest bezwaar maken tegen de opgelegde vermogensrendementsheffing. En dit gaat over de belastingjaren 2017, 2018, 2019 en 2020. Volgens de Bond voor Belastingbetalers betalen in 2021 ongeveer 1,3 miljoen Nederlanders te veel vermogensrendementsheffing, omdat ze minder beleggen en meer sparen dan de Belastingdienst aanneemt.

Aanpassing vermogensbelasting

Het voornemen van het kabinet was om de vermogensrendementsheffing pas per 2025 aan te passen. Met deze uitspraak zal het nieuwe kabinet sneller moeten overgaan naar een nieuwe, eerlijkere vermogensbelasting.

Vermogensbelasting bezwaar

Wilt u bezwaar maken op de belasting die u betaalt heeft in de belastingjaren 2017, 2018, 2019 of 2020? Wij hebben een voorbeeldbrief voor een bezwaarschrift voor de box 3 heffing opgesteld die u hiervoor zou kunnen gebruiken. Bekijk daar het concrete voorbeeld hoe u bezwaar kunt maken op de vermogensbelasting.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *